Yoghurt verslaving, hete curry's en dal baht power

24 maart 2014 - Pokhara, Nepal

Lieve vrienden en familie, 

de bus; wat een verschrikkelijk vervoersmiddel is het toch. Naast de kippen, lokalen, keiharde lokale herrie rijden ze ook nooit hoe je dat vooraf verteld is. Je loopt vertraging op als je ergens op tijd wilt zijn, en als je het niet uitkomt (zoals bij nachtbussen) arriveren ze 2 uur te vroeg zodat je om 4 uur s nachts in een wildvreemde stad staat met je backpack. Zo ook met deze blog, na bijna een maand vertraging dan toch het vervolg van ons avontuur. En ja, er komen bussen in dit verhaal voor. Dus voor de busofoben onder ons, houd het maar bij de fotos.

De laatste update waren we op weg naar Chiang Mai. Daar eenmaal vroeg aangekomen stond ons de onmogelijke opdracht te wachten om een hotel te zoeken. Na een uitgebreid ontbijt gingen we vol goede moed op zoek naar een leuk/goedkoop hotel. Tussen de duizenden hotels in deze toeristische trekpleister zou toch wel iets te vinden zijn. Gelukkig kwamen we na veel informeren uit op een prima hotel in t centrum. Daar werden we naast het vriendelijke personeel opgewacht door onze eerste Thaise kakkerlak. Deze beestjes zijn in tegenstelling tot hun Indonesische neefjes niet bang voor mensen en deze kroop dan ook zo op het been van de hotelmedewerker. Gelukkig was de rest van het hotel bijna kakkerlakvrij.

Na deze zoektocht begonnen we met het tempelbezoeken in de stad. Door keurig de route uit de Lonely Planet te volgen kwamen we aan bij diverse indrukwekkende tempels. Één tempel viel extra op door de bijna madame tusseau-achtige beelden van monniken. Doordat Sabine die dag voor het eerst geen gepaste kleding aan had schrok ze door de 'mensen' binnen en bleef ze keurig buiten staan. De rest van de tempels waren typisch Thais; groots, kleurrijk en veel van hetzelfde. Na deze vermoeide dag stond de beruchte Sundaymarkt van Chiang Mai nog op het programma. Dit was een drukke markt met overal prullaria en lekker eten. We hebben heerlijk van de markt gegeten voordat we ons kakkerlakkenvrije bedje opzochten.

De volgende dag stond in het teken van de trekking. We waren van plan een trekking te doen via een bureau in Chiang Mai. Door de overdaad aan bedrijven en vele met een slechte naam besloten we de trekking niet hier te gaan doen, maar in Pai. We vertrokken dus al na twee dagen uit het hectische Chiang Mai om de rust te zoeken in Pai.

Na een degelijke busrit kwamen we aan in Pai. Dit schatige dorpje trok een variëteit aan mensen aan, maar was heerlijk om een paar dagen bij te komen. De trekking regelden we die dag nog via een klein bureautje. Daar zaten al twee Nederlanders die misschien ook een tweedaagse trekking wilden doen. Na een kort gesprekje besloten we toch ervoor te gaan en schreven we ons in voor een tweedaagse jungle/wandeltocht. Doordat we diezelfde dag nog de andere twee NLers, Denny en Annemarie, hadden gesproken wisten we dat er een kleine Nederlandse afvaardiging de Thaise heuvels ging beklimmen. De volgende dag bleken wij vier de enige te zijn van die tocht, en dus vertrokken de vier Hollanders de heuvels in. 

De trekking begon meteen goed met een lange klim in heet en vochtig weer. Na veel zweten kwamen we aan op onze lunchplek en het uitzicht was schitterend. De geur van eten zorgde er echter voor dat de lokale bijencommunity zich stortte op ons arme buitenlanders. Het plan van wegrennen had slechts 1 probleem, de bijen hadden een territorium ter grootte van Heerde (wat we overigens de volgende dag pas hoorde). Na maniakaal een heuvel afrennen kwamen we af van onze plaag. De tocht bracht ons de rest van de dag verder door fraai heuvellandschap en een grot waar Annemarie en Sabine hun angsten overwonnen en ik als een bezetene mijn wandelstok niet in de steek wilde laten.

In de avond kwamen we aan bij een idyllisch dorpje met een eigen '7-eleven' (lees: schuur met bier en snoep). Na het inslaan van enkele pilsjes en een wandeling door het dorp gingen we ons voorbereiden op het feestmaal. Samen met een gedeelte van dorp genoten we van de gerechten die ons werden voorgeschoteld. Uiteraard vloeide de alcohol rijkelijk en zelfs de lokale oma zat met een verrast doch gelukzalig gezicht aan de meegebrachte fles wijn. De dag erna gingen we weer op de voet verder door de heuvels en uiteindelijk bereikten we na vele uren lopen het einddoel. Ondanks de twijfels vooraf was het een fantastische tocht en hebben we veel lol gehad met onze Hollandse vrienden. 

Door een lange dag te bussen kwamen we na Pai aan in de tempelstad Sukhothai. Deze stad zou best leuk kunnen zijn, misschien wel schitterend. Echter werd ik eerst ziek waardoor we de eerste dag thuis bleven en de tweede dag was Sabine ziek. Nadat we iets beter waren trokken we naar een van de beste steden in de wereld; het knettergekke Bangkok. Eenmaal aangekomen was niets meer zoals het vijf jaar geleden was (laatste keer dat ik er was), echter was het nog steeds fantastisch.

De eerste dag wilden we naar het Grand Palace, echter waren we zo laat het bed uit dat dat geen zin meer had. Toch was de korte wandeling door Bangkok genieten. De volgende dag stond een belangrijkere missie op het programma; het regelen van het visum voor Myanmar. Doordat we om de hoek zaten waren we er vroeg bij en dat was ook nodig.. De groepen mensen stroomden toe en al snel stonden er vele mensen in de rij. Gelukkig waren we 20e in de rij en al snel werd onze aanvraag behandeld, diezelfde middag konden we ons paspoort ophalen.

Na een bezoekje aan het winkelcentrum in Siam ging Sabine op weg onze paspoorten op te halen bij de ambassade. Doordat mijn Rabo Reader het had begeven had mijn vader een nieuwe naar een collega bij de Nederlandse ambassade in Bangkok gestuurd. Ik ging dus even naar ons stukkie grond in Thailand om er daar achter te komen dat ik natuurlijk geen paspoort bij me had. Verder had ik de portemonnee aan Sabine gegeven en  dus niets bij me op 150 Baht na. De bewakers waren redelijk verbaasd maar na doordrammen dat ik toch echt een afspraak had (icm wat oud hollands gevloek) mocht ik naar binnen. Na een groet aan de foto van Willempje kreeg ik de RR en kon ik op weg naar Sabine die onze paspoorten had geregeld. We mochten Myanmar in. We besloten die avond met diverse pilsjes om het succes van de ambassades te vieren. De volgende besloten we onze laatste dag Bangkok door te brengen op het dakterras van het hotel met zwembad.

Daar vlogen we dan de volgende dag naar Myanmar. We hadden geen idee wat we konden verwachten en dat hadden we achteraf ook nooit kunnen doen. We kwamen via het toeristische en Westerse Bangkok aan in het tegenovergestelde. Mandalay was totaal niet toeristisch, en hier moesten we meteen even aan wennen. Doordat de bus niet geregeld kon worden via het hotel vertrokken we richting het busstation dat ver buiten de stad lag. Doordat mijn dikke scooterchauffeur en ik trager waren dan de lichte Sabine en haar miniscule chauffeur zag ik bij aankomst een zielig Croesje staan. Dankzij een gloeiend hete uitlaat had Sabine een brandwond op haar been ter grootte van een vuist. De lokale bevolking bleek direct heel aardig en regelden een gigantisch ijsblok om de wond mee te koelen. Eenmaal terug gekomen met tickets zijn we direct naar een 'apotheek' gerend waar we een soort brandzalf hebben geregeld. Gelukkig is er uiteindelijk geen blijvende schade gekomen, maar de pijn was er een goede twee weken..  

We vertrokken met de bus richting Bagan. Aangekomen nabij Bagan regelden we meteen met een Amerikaan een rit richting New Bagan. Eenmaal aangekomen in het hotel gingen we ons voorbereiden op de tempeljacht. De dag erna vertrokken we samen met de Yank richting de tempels. We begonnen de eerste dag met het bezoeken van de minder bekende en populaire tempels. Het uitzicht dat we hier zagen hadden we nog nooit gezien. Het was een vlakte vol met kleine en grote tempels. De mist die er hing samen de mysterieuze tempels maakten dit tot een fenomenaal uitzicht. De rest van de dag zagen we nog vele tempels maar die eerste aanblik over de vlakte zullen we nooit vergeten, een echte aanrader voor de wereldreiziger.

Ondanks de schoonheid was het ook heel stoffig. De stof in combinatie met het fietsen zorgden ervoor dat Sabine de tweede dag niet in staat was te fietsen met haar brandwond. Alleen ging ik op mijn prachtige fietsje door het tempelcomplex crossen op zoek naar mooie fotomomenten. Na deze tocht stond het vertrek richting het Inle Lake alweer op het programma. We bleven onderweg nog slapen in het kleine plaatsje Kalaw waar we maar weer eens merkten hoe onwennig toeristen nog voor de Birmese bevolking waren. De bedoeling was van hier een trektocht te maken naar het meer, maar door de brandwond besloten we maar de bus te pakken. Na een volgepakte bus en een nog vollere klein taxitje kwamen we aan bij Nyaungshwe bij het Inle Lake.

Nyaungshwe is met afstand de meest toeristische plaats in Myanmar. Voor het eerst stond er weer 'Westers' eten op het programma, hoewel dit altijd een rare Birmese bijsmaak had. Via Tripadvisor kwamen we terecht bij travel agency waarbij we onze boottocht over het meer hebben geregeld. Deze beloofde ons weinig toeristenwinkels, wat voor ons een belangrijk ding was. Aagezien je per boot betaalde en een jongen uit Singapore anders in zijn eentje zou gaan varen besloten we met z'n drieën te gaan. 

De volgende dag werden we opgehaald en vertrokken we richting het meer. Dit gigantische meer in het midden van Myanmar zorgde voor fraaie uitzichten. De diversiteit die dag was zeer groot; zo bezochten we een tempelcomplex met meer dan 1000 pagodas (die kleine puntige torentjes), drijvende dorpen, eilandjes waar ze boten aan het maken waren, drijvende tuinen (met tomaten, avocados en vele andere groenten) en nog veel meer. Toch was het beste het varen zelf; heerlijk in het zonnetje genieten van het water, landschap en de mensen. Echt een unieke plek.

De laatste dag besloten we naar de wijngaarden van een Fransman te gaan die hij had aangelegd op de heuvels rond het meer. De wijnproeverij, tezamen met het uitzicht zorgde voor een rustig laatste dagje bij het meer. Door middel van een nachtbus verlieten we het Inle Lake en gingen we alweer terug naar Mandalay. Deze fijne bus zou rond 7 uur aankomen in de stad, echter was de chauffeur zo onder de indruk van zijn eigen herrie dat hij alle snelheidsrecords heeft gebroken. Dankzij deze suïcidale chauffeur kwamen we in ieder geval keurig op tijd aan in Mandalay, en stonden we om 4 uur s nachts op een busstation ver buiten de stad. Eenzaam waren we niet, aangezien de bus werd opgewacht door tientallen drukke Birmese mensjes. Deze wilden dolgraag de 'rijke' toeristen richting de stad brengen  naar een hotel van hun keuze waar ze hun dikke vergoeding voor konden opeisen. Toch kwamen we uiteindelijk aan bij een prima hotel waar we slechts voor de volgende nacht moesten betalen. Nadat we volgende dag lekker in de kamer bleven, het was te warm om buiten te lopen, vertrokken we terug richting mijn favoriete Aziatische stad.

De stop op Bangkok was van korte duur. Die zelfde avond nog vertrokken we richting Ko Tao voor een paar dagen verdiende rust aan het strand. Deze busrit kende uiteraard een knettergekke eetpauze om 2 uur s nachts, maar gelukkig konden we toch enige slaapuurtjes meepakken in de bus. Om vijf uur kwamen we aan bij de pier richting het eiland en na nog twee uur hangen in een strandstoel was de catamaran klaar te vertrekken richting het paradijs. Eenmaal aangekomen op Ko Tao bleek dat de taxichauffeurs keurig een prijsafspraak hadden gemaakt waar Neelie Kroes boos van zou worden. Echter kregen we een taxichauffeur toch zo gek om zijn pact met zijn mafiavriendjes te breken en ons voor een betere, meer Hollands geaccepteerde, prijs naar onze bestemming te brengen. We besloten te verblijven bij een van de grootste dive operators van het eiland.

De volgende dagen gebeurde er weinig avontuurlijks in het leven van Sabine en mij. We doken diverse dagen, lagen heerlijk op het strand te relaxen, genoten van het voortreffelijke eten en kwamen echt even bij van alle hectiek. Het meest spectaculaire wat er nog gebeurde was een te strak masker van Sabine, waardoor deze op 15m diepte bijna flauwviel in het water. De dagen vlogen voorbij en voor het eerst sinds Bali kregen we weer gevoel dat we op vakantie waren. Toch sloeg de verveling uiteindelijk toe en was het duidelijk dat we veel zin hadden gekregen in weer wat actie. De trip naar Nepal stond op het programma en we keken uit om door de bergen te wandelen. Na een eendaagse stop in Bangkok om het paleis te bezoeken konden we onze kisten aantrekken, ons warm inpakken en ons wandelgezicht opzetten; op weg naar Nepal. Na 5 maanden Zuid-Oost Azië  stond een nieuw, doch kort, tijdperk van onze reis te wachten.

De vlucht richting Kathmandu bereidde ons voor op wat ons te wachten stond in Nepal. Bij het binnenkomen van het vliegtuig gingen vele Nepalezen op willekeurige plekken zitten, en de andere helft liep gewoon maar het gangpad in totdat ze erachter kwamen dat ze geen idee hadden waar ze zaten. Zo stond er een man naast ons (rij 46) te vragen aan de steward waar rij 12 was. Ik kreeg het stiekeme vermoeden dat ik rij 12 wel had kunnen vinden en vermoedde ook dat het niet in buurt van rij 46 zat. Op het vliegveld werd het niet veel beter met honderden Nepali's bij het begin van de bagageband. Deze leken duidelijk van mening dat indien je tas de vijf meter lijn was gepasseerd je deze niet meer mocht claimen. Gezelligheid ten top en na enig wachten passeerden onze tassen hun heilige vijf meter lijn en raapten we deze maar op. Of deze tassen nu vervloekt zijn of zoiets weten we nog niet. Na opgehaald te worden door ons hotel (eerste hotel met transfer sinds Bali!) kwamen we aan in de chaos van Kathmandu. Met de mondjes open keken we vol verbazing naar het schouwspel dat aan de gang was. Het was weer genieten om in totale chaos rond te rijden. Tweebaans wegen waar 6 auto's naast elkaar reden, overal mensen op straat en het immer claxoneren. We hadden sinds het Westerse Thailand en de armoede in Myanmar niet meer zulke taferelen gezien sinds Vietnam, en dus zaten we met een grote glimlach in de auto. 

De dagen in Kathmandu stonden in het teken van de voorbereiding voor de trekking. Het plan was het Annapurna circuit te lopen en hier lag nog wel eens wat sneeuw. Aangezien in je zwembroekje de sneeuw doorrennen ons niet een goed idee leek, besloten we maar warme kleding in te slaan. In Kathmandu heb je zoveel winkels met trekkingsspullen dat het kopen tijd nodig had. Uiteindelijk is onze zoektocht zeer geslaagd met een fel gekleurde jas van een echt Nepalees merk. Deze bleken tijdens de trekking de beste aankoop van allemaal.

Ook zijn we tussen het winkelen door de stad zelf gaan bekijken. De vele kleine tempels die zich te midden van kruispunten bevonden zorgden voor een mooie oefenwandeling. Het welbekende Durbar Square was een schitterend aanzicht waarbij ons vooral de verschrikkelijk knap gedetaileerde houtwerken opvielen. Na dagen door de stad te zijn gelopen om te winkelen en gebouwen te kijken stond de trekking dan eindelijk voor de deur. We hadden besloten een porter/gids combinatie te nemen en deze zou ons de dag van de trekking opwachten bij de travelagent. Na s ochtends te zijn vertrokken met onze nieuwe jonge (hij was 22) vriend Bishnu kwamen we aan het begin van de middag aan in Besi Sahar. De trekking ging nu echt beginnen.

Het plan was om na 12 dagen aan te komen in Pokhara. We begonnen na een goede lunch met de eerste uren trekken. Met 790m hoogte als startpunt en 5416 als einddoel wisten we dat we een aardig klimmetje gingen maken de komende dagen. Na een kleine twee uur lopen kwamen we aan bij de eerste brug. Normaal is dat geen noemenswaardig feit, behalve dat Sabine hier verschrikkelijk tegenop keek. Met een doodsangst voor hangbruggen trotseerde ze de brug boven de kolkende rivier. In gedachte dat er nog vele hangbruggen zouden volgen keken Bishnu en ik met glimlach vooruit naar de volgende confrontatie tussen Sabine en een hangbrug. Kort hierna kwamen we aan bij onze eerste slaapplek; Ngadi. Ondanks een paar druppels toen we binnenkwamen hebben we hier de nacht verder droog doorgebracht. Hier ontmoetten we ook de eerste Nederlander, Erika, van de tocht. Het zou niet bij één Hollander blijven..

Met een goede nachtrust in de benen zagen we de volgende ochtend de eerste witte toppen. De wolken waren verdwenen en de lucht was strakblauw, gelukkig was de regen geen voorteken voor slecht weer tijdens de rest van de trekking. Via heuvels, kleine dorpjes en een steile klim kwamen we na vele uren wandelen aan in Chamje. Ondertussen had Sabine weer de nodige bruggen verslagen waarbij er één voor altijd in haar geheugen zal blijven. We zagen vlak voor het betreden van de krappe brug een geitenherder met zijn geiten op de brug aflopen. Sabine riep meteen dat ze niet van plan was met de geiten op 1 brug te staan. Nadat ik had verteld dat ze dan moest rennen, sprintte ze de brug over om de geiten voor te blijven. De combinatie van het schattige doodsbange gezichtje en de sprint was hilarisch. Helaas zo hilarisch voor mij dat ik zelf vast kwam te staan midden op de brug omgeven door tientallen schijtende geiten. Na vele minuten kon ook ik de route vervolgen. Diezelfde avond leerden we de volgende medelanders kennen, Bas en Inge. Naast de Nederlanders spraken we ook diverse andere mensen zoals een Amerikaan met adhd, diverse Duitsers, een groep bejaarde Frambozen en een tikkeltje vreemde Belg. De opvallendste vertoning was toch wel een groep Maleisiërs van 20 man met 10 porters en 3 gidsen. Je merkte dat je tijdens de dag vaak dezelfde groepen tegenkwam omdat iedereen op dagen ongeveer dezelfde afstand loopt.

De dag erna kregen we weer een lange dag voor de kiezen. Door in totaal 900m hoger te slapen en 1400m te klimmen kwamen we aan in Danaque. De witte toppen werden steeds meer zichtbaar en de bossen waren heerlijk om doorheen te lopen. De trekking liep langzaam over in een nieuw berglandschap die men alleen op plaatjes ziet. Na twee dagen relatief veel uren te hebben gelopen begonnen nu twee dagen met minder uur lopen, maar meer steile klimmetjes. De vierde dag begon met een klimmetje van 400m richting Timang waar werkelijk iedereen wel even een paar keer kapot ging. Hier leerden we onze laatste Hollandse metgezellen, Rob en Afra, kennen. Na deze kortere dag kwamen we aan in de districtshoofdstad Chame. Dit dorpje was zeer verschillend van de eerdere dorpen doordat het gewoonweg een stuk groter was. Na inslaan van chocola en Pringles konden we er weer tegenaan. De trekking trok door richting Pisang, waar we moesten kiezen voor een makkelijke of moeilijke route. Hoewel Jhonny, zo noemden we Bishnu zodat hij niet meteen wist dat we over hem praatten, liever de makkelijke route wilde nemen, kozen we voor de 'moeilijke' route die zeer mooie uitzichten zou bieden. Dit uitzicht was achteraf elke moeite waard.

De route was vooral lastig doordat je direct begon met een zeer steile klim. In slechts een uur klom je 400 meter recht omhoog. Doordat je aan het begin van de klim het dorpje zag kon je ongeveer je energie iets verdelen, maar het feit dat er nergens een pauzemoment in de klim zat maakte dit tot een van de lastigste klimmen van de trekking. Zoals gezegd was het uitzicht echter fenomenaal vanaf dit punt; met vlak voor je bergen van boven de 7000m en een diep dal onder je gaf een ongelovelijk en onrealistisch uitzicht. Na vele uren lopen kwamen we dan aan in Manang, na Chame het grootste dorp in de omgeving. Na een dag acclamatiseren op 3600m en een klimtripje van 300m vertrokken we voor de zwaarste dagen. In drie dagen zouden we 1800m stijgen naar de ongelovelijke hoogte van 5416m. De eerste dag was zwaar en het weer werd iets minder. Dat kon ook niet anders aangezien we tot nu toe geluk hadden met elke dag een strakblauwe lucht. We besloten te overnachten in Ledar omdat we van hieruit makkelijker zouden acclamatiseren voor een overnachting in High Camp.

In het Annapurna Circuit kan men op een gegeven moment kiezen tussen overnachten in High Camp (4800m) of Thorung Phedi (4400m). Door de hoogte van High Camp raadt men aan om hier niet te overnachten. Slechts bij geen of milde hoogteziekte klachten zou men het kunnen overwegen hier te slapen. Het voordeel ligt vooral in het stukje tussen deze twee plaatsen; de klim van Thorung Phedi naar High Camp is namelijk de zwaarste klim van de trekking. Hierbij komt nog dat het vanaf High Camp nog drie uur is naar de Thorung La pass en je daarna 1700m daalt in vijf uur. Met deze lange dag in het vooruitschiet en aangezien wij ons kiplekker voelden besloten wij, na vroeg in Thorung Phedi te zijn aangekomen, de klim naar High Camp te maken. Hier ging een paar uur nadat wij waren aangekomen keihard sneeuwen. Samen met alle Nederlandse vrienden van de trekking hebben we maar bij de kachel lopen kaarten in de hoop dat het ooit zou ophouden met sneeuwen.

Na een koude nacht in High Camp vertrokken we om vijf uur richting de pas. Doordat het flink had doorgesneeuwd lag er een flink pak sneeuw op het pad. Sabine haar kleine voeten waren zelfs zo koud door de sneeuw en de lage temperatuur dat ze een tweede paar sokken moest aantrekken. Onze aangeschafte camelbacks (die zakken water waar je met een slang uit drinkt) en zelfs de bidon waren dichtgevroren binnen een half uur. Zo hadden we geen water en pas nadat de zon opkwam kregen onze lichamen het iets warmer. Na drie uur door de sneeuw zwoegen bereikten we ons einddoel. Het zien van de prayerflags in de verte zorgde voor een enorme kick en na slechts enkele minuten waren we op het hoogste punt van de trekking. We hadden na dagen trekken de Thorung La pass bereikt. Het gevoel voor ons was onbeschrijvelijk, het geeft zo'n gaaf gevoel om op zo'n punt te staan. Na een korte fotoshoot en een zeer prijzige thee (er zit dus een theehuisje op die hoogte) kwam er een ijskoude en harde wind opzetten. We besloten samen met Bas en Inge snel aan de daling te gaan beginnen. Door alle sneeuw en ijs was de afdaling in het begin fantastisch; het constante uitglijden, Sabine en Bishnu die al glijdend de berg afgingen als kleine blije kinderen en ik die er maar achteraan ging rennen. Na vijf uur dalen kwamen we aan in Muktinath. Na goed uitrusten pakten we de volgende dag de jeep richting Pokhara.

Nu inmiddels zijn we al een paar dagen in Pokhara, waar we lekker zijn bijgekomen van ons avontuur. Morgen vertrekken we richting het national park van Nepal in Chitwan. We zullen nu weer proberen regelmatig up te daten.

Kusjes en knuffels

Sabine & Leon

 

Maak je reisblog advertentievrij
Ontdek de voordelen van Reislogger Plus.
reislogger.nl/upgrade

Foto’s

5 Reacties

  1. Wilfried:
    24 maart 2014
    Hallo Leon en Sabine.
    Dat leest weer heel goed. Wat lijkt het mij super om deze tocht te hebben gedaan. Zo te zien genieten jullie met volle teugen.
    Succes met de volgende trips.
  2. Louise:
    24 maart 2014
    Broertje en Schoonzusje! Wat een heerlijk (herkenbaar deels) verhaal!! Mooi dat jullie de bergen hebben getrotseerd en dat jullie lekker genieten van wat Azie allemaal te bieden heeft. Bijna klaar voor het Amerikaanse continent! xxx
  3. Rosemarie:
    24 maart 2014
    Dag Sabine en Leon,
    Ik ben met gemak stik jaloers op jullie. Wat maken jullie veel mee! Ik geniet van het mooie verhaal. Ben wel blij dat de kakkerlakken hier niet lopen. Geniet nog...
  4. Bas en Inge:
    25 maart 2014
    Yes we hebben een vermelding gekregen haha!! Leuk jullie belevenissen te lezen! Wij zijn nu ook in Pokhara en gaan vrijdag richting Chitwan. Misschien meeten we elkaar nog!? Veel plezier alvast iig :)
  5. Wilfried:
    25 maart 2014
    Net de foto's bekeken.
    Hele mooie foto's.