De grote oversteek; van reis naar wereldreis

30 april 2014 - Panama City, Panama

Lieve vrienden en familie, 

De laatste keer dat we wat schreven klaagden we over de bussen, en nu zijn de vliegtuigen aan de beurt. Wij hadden voor onze vlucht van Kathmandu naar New York het geluk te mogen vliegen met Air India. Een tip voor de mensen die ooit twijfelen om hiermee te vliegen; doe het niet. De tickets waren inderdaad redelijk goedkoop, maar de troep die je ervoor terugkrijgt is het niet waard. Het begon al op het vliegveld.. Dit was echter vooral onze eigen schuld, maar de normaal communiceren is Indiërs vreemd. We hadden een vlucht Kathmandu-Delhi-Mumbai-New York geboekt, maar op het vliegveld werd ons verteld dat we niet mee konden vliegen. Deze chagrijnige Indiër verwees ons door naar een Nepalees die ons naar het bureau van Air India verwees. Omdat we geen Indiaas visum hadden konden we de overstap vanaf Delhi niet maken. Hierop deden Sabine en ik de good cop/bad cop strategie waarbij ik als een gek tekeer ging tegen de mensen en Sabine rustig bleef praten. Na veel geklaag en ik die werd weggestuurd kregen we nieuwe tickets direct van Delhi naar NY. De vlucht was een ramp, de stoelen waren slechter dan de gemiddelde collegezaal en de eettijden stonden nog op Indiaase tijd waardoor we maar niet gewend raakten aan de NY tijd (om 04:00 NY tijd kregen we avond eten). Tip dus voor mensen; nooit vliegen met deze mensen.

Om verder te gaan met positieve gedachten gaan we terug naar het moment van de laatste blog. We waren aangekomen in Pokhara waar we verbleven na de trekking. De trekking had behoorlijk wat energie gekost en dus besloten we om tot rust te komen in dit heerlijke plaatsje. Dagen gingen voorbij waarin we rustig aan het meer zaten te genieten van het lentezonnetje. Samen met Afra en Rob (van de trekking) hebben we nog vele klaverjaspotjes gespeeld waarbij ik helaas niet tot de uiteindelijk winnaar behoorde. Qua bezichtigingen en uitstapjes bleef het tijdens deze rustdagen tot een bezoekje aan het bergmuseum. Een museum in bijna westerse stijl met veel informatie over, hoe toevallig, bergen en bergbeklimmers.

Na deze rust stond Chitwan op het programma. Dit dorpje ligt naast het Chitwan national park waar we diverse dieren hoopten tegen te komen. Na een degelijk busritje kwamen we aan in dit miniscule dorpje wat totaal gebouwd is voor de safari´s. De tweede dag begonnen we met onze eigen safari door de jungle in Nepal. Sabine had genoeg zelfvertrouwen opgebouwd om deze wandelsafari te belopen op haar Birkenstocks (voor mensen zoals ik; het zijn een soort van grote slippers). Nadat we te horen kregen dat we tijgers, beren en neushoorns tegen konden komen en wat de manieren waren om te vluchten kwam Sabine erachter dat ze niet het meest ideale wandelwaar had gekozen. Het kwam namelijk bij bijna allemaal neer op rennen en in bomen klimmen. Ondanks mijn hoop om tijgers te zien bleef het tijdens deze safari bij een neushoorn die heerlijk lag te badderen. Deze beesten lijken op de televisie al enorm maar in het echt zijn ze reusachtig. Na een aantal uur wandelen door de jungle was het klaar en konden we ons voorbereiden op de olifantentocht. Gezellig met een diervriendelijke olifantenbestuurder (hij sloeg het beestje in ieder geval niet) zochten we door de jungle naar diverse dieren. Na het spotten van vele herten en wat pauwen was ook dit feestje over en zochten we ons bedje op.

De volgende dag stond de terugweg naar Kathmandu op het programma. Eerst even hotelletje zoeken en dan lekker de stad in. We hadden al weken uitgekeken naar een oosterse tent in Kathmandu en dat was dan ook weer de eerste plek waar we onze magen volstopte met humus en andere oosterse sauzen. Ons idee was om de volgende dag een fiets te huren en de omgeving te verkennen. Dit bracht ons onder andere bij een tempel vol met apen, Pagan, Baktapur en vooral echt door de stad. Niet als een toerist uit het raampje van een taxi de stad zien maar door de vele woonwijken en ghetto´s van de stad rijden. Je merkte dat op vele plekken mensen zeer verbaasd waren om toeristen op een fiets voorbij te zien scheuren. We verbleven die avond in Baktapur waar we de beste momo´s (soort dumplings) van Nepal hebben gegeten. Dit stadje leek te zijn blijven steken in de middeleeuwen en was fantastisch om doorheen te lopen.

Uiteindelijk was het genoeg geweest in Nepal en mochten we met de bovenstaande horrorvlucht. Na 16 uur doen alsof je slaapt kwamen we aan in Amerika. Doordat Sabine er al vaak geweest was zullen de mensen ons waarschijnlijk niet zo hebben bekeken alsof we uit Flodder in Amerika waren weglopen. Ik keek mijn ogen uit in deze gigantische stad en alles wat ik altijd dacht over Amerika bleek waar te zijn. Het was voor mij (en ook voor Sabine) dus genieten geblazen. We hielden ons hier vooral bezig met lekker wandelen, winkelen en even weer acclamatiseren aan het westerse leven. Hierdoor hebben we vele toeristische attracties achter ons gelaten, maar dan hebben we volgende keer wat te doen. Door de vele tips van Steef en Volgers (vriendjes van thuis) kwamen we op fantastische locaties waar je niet zo snel aan zou denken. Zo kwamen we terecht bij Amateur Night in het Apollo Theater, aten we super lekker in diverse restaurants en dronken we wat glaasjes weg op een dakterras nabij het Empire State Building. Na deze week acclamatiseren konden we weer aan de slag met een nieuw continent. Eerst arriveerden we in Bogota waar ik mijn eerste woordjes Spaans naar me toe gesmeten kreeg en na lang (8 uur) wachten op het meest saaie vliegveld van de wereld kwamen we aan in de noordelijke stad van Cartagena. Eindelijk in het beruchte Colombia.

Onze eerste aanblik van Colombia was niet de beste. We hadden wel verwacht dat onze tas een keer zou kwijtraken maar nu was het dan raak. Om 10 uur s avonds stonden we op Cartagena airport te wachten op de tas die niet zou komen. De volgende dag zou deze gelukkig er wel zijn, dus we waren hem nog niet helemaal kwijt, echter zat de schrik er even goed in. Daarna kwam de nachtrit door de mindere wijken in Cartagena en dat was ook niet bepaald een pretje. De vele prostituees, junks en drugsdealers gaven ons meteen niet een fijn gevoel. De volgende dag was alles echter anders. Het zonnetje scheen, de criminaliteit leek verdwenen en overal waren vrolijke mensen. Colombianen zijn zeer vriendelijk en ook verschrikkelijk vrolijk. De Carabische deuntjes klonken heerlijk en we genoten van ons leven in deze stad. Het rondlopen in de oude stad was een genot en overal overheerste de koloniale atmosfeer. Het was duidelijk dat we waren aangekomen in gebieden met een sterke Spaanse koloniale invloed.

Na een verblijf van een paar dagen in deze stad vertrokken we verder noordelijk naar het strandplaatsje Santa Marta. Vanaf deze locatie wilden we de trektocht richting de Ciudad Perdida (de verloren stad) regelen. Dit kon al snel worden geregeld via ons eigen hostel en al snel zaten we in de jeep waar we de rest van onze groep ontmoette. Tot nu toe hebben we altijd veel geluk gehad met toergroepen en de mensen die we zijn tegengekomen. Vaak zaten we een aantal dagen ´opgescheept´ met zeer leuke en interessante mensen. Dit keer hadden we pech... We gingen gezellig met een Colombiaans gezin op pad. Dit zou opzich geen probleem zijn, ware het niet dat de moeder (Duitse orgine) geen Engels of Duits wilde spreken, de vader zich altijd afzijdig hield en de dochter het lievelingetje van de moeder was en dus je altijd met die twee zat opgescheept. De dochter trok na een paar dagen wel wat bij, maar altijd was haar moeder in de buurt om de sfeer te verpesten. Het hield waarschijnlijk ook niet mee dat de ouders rond de 60 waren.

Gelukkig hadden we onze gids!! Een hele aardige man, kwam uit het gebied waar we rondtrokken, had een lieve dochter mee die onze kok was en was heel goed bevriend met iedereen. Dat denken we in ieder geval. Deze man sprak geen woord Engels en zijn Spaans was zo snel en zo binnensmonds dat Sabine er niets van kon vertalen. Doordat mijn Spaans zo goed is als zijn Nederlands en hij totaal onverstaanbaar was voor Sabine besloot hij de tweede dag ons maar gewoon te negeren. We kregen eten en een slaapplek, en voor de rest waren we op onszelf aangewezen. Dat was gelukkig geen probleem want de tocht naar de Ciudad is nou niet echt een wildernis trekking. Het pad is duidelijk aanwezig en zodoende gingen Sabine en ik maar samen lopen. We zagen onze trage metgezellen wel bij het volgende dorpje. Al met al was dit geen ´walk in the park´, met vele steile hellingen en een vochtigheidsgraad zo hoog dat je shirt al bezweet was als je je been vooruit zette, was het een redelijk tot zware trekking op sommige punten. Het geluk lag hier vooral in het feit dat er veel natuurlijke zwembaden waren waardoor je heerlijk kon afkoelen na een dagje rondlopen in de jungle. Na drie dagen bereikten we ons doel en kwamen we aan bij de Ciudad. Het aanzicht was mooi en de jungle er omheen nog mooier maar de wauw factor zat hem toch echt in de sfeer die er heerste. Je voelde je echt in een verloren stad midden in de jungle, zonder iets van beschaving in de buurt. Dit gaf de tocht een einde die het verdiende. De laatste twee dagen nam je dezelfde weg terug en werd je weer afgezet in Santa Marta. Hier verbleven we nog een aantal dagen om even bij te komen van dit kleine succesje en de volgende stad stond alweer op de planning.

We kwamen s ochtends aan in een van de meest beruchte steden van de wereld; Medellin. Dit was de stad waar in de jaren 80 het beruchte Medellin cartel zat onder leiding de bekendste drugsbaas aller tijden; Pablo Escobar. In deze jaren stierven er zo´n 4000 mensen per jaar in deze stad en het was op dat moment de gevaarlijkste stad van de wereld. Vol vreugde keken wij dus uit naar dit pareltje van de wereld, maar gelukkig is tegenwoordig alles anders. De criminaliteit is sterk gedaald en de stad is uitgegroeid tot een metropool van Westerse proporties. Winkelcentra, mooie wijken en de enige metro van Colombia gaven deze stad een ander aanzicht dan we hadden verwacht. Voor mij is er een extra ding leuk aan Zuid-Amerika ten opzichte van Azië; ze zijn er gek op voetbal. Na even het speelschema van de Colombiaanse competitie te hebben bekeken kwamen we erachter dat we op een zondag naar Indepediente Medellin vs Chico FC konden. Na een kort rondje om het stadion en tickets kopen bij de vreemdste ´officiële´ ticketbooth ooit gingen we deze kraker uit de middenmoot van Colombia aanschouwen. Het bleek maar weer dat de Colombianen knettergek zijn en van voetbal houden toen we aankwamen in het stadion. Het stadion (konden zo´n 53000 man in) was slechts voor een 30% gevuld waarvan 20% op de korte zijde achter 1 goal zat. Dit sfeervak heeft de hele wedstrijd gezongen, gesprongen en feest gevierd. De wedstrijd van een behoorlijk laag niveau, maar twee blunderende keepers, opstootjes waarbij de politie het veld op komt en veel belachelijk harde tackels zorgden toch voor veel vermaak. Denk alleen niet dat die 20% daar veel van heeft meegekregen..

De tweede dag besloten we mee te gaan op een real city tour. Hierbij ging je mee met een lokale gids naar diverse plekken in Medellin waar je uit jezelf niet zo snel zou komen. Deze gids bezorgde door zijn enthousiasme, leuke manier van vertellen en interessant verhaal een zeer geslaagde dag en bracht ons meer op de hoogte van de situatie in Colombia en Medellin. Zo kwamen we onder andere bij pleinen waar kwakzalvers hun spullen aan het verkopen waren, pleintjes met een politiepost en daaromheen alleen maar drugsgebruikers en dealers, wijken die vroeger overspoeld waren met moorden en prostitutie, een kerk waarnaast de lokale prostituees zich zaten aan te bieden en een winkelstraat waar we als groep toeristen werden nagestaard door iedereen die ons zag. Je zag tijdens deze tocht dus echt elk aspect van de stad. Ook gebeurde er iets heel toevalligs voor de tour, ik kwam oud collega´s van het casino, Laurens en Josje, tegen die ook meededen met de tour. Ik denk dat er vele plekken zijn geweest waar ik toevallig mensen had kunnen tegenkomen die ik kende, maar dat zou ik nooit verwacht hebben in Medellin. S avonds besloten we met z´n vieren wat te gaan eten bij een tentje wat ze hadden aangeraden. Het eten was heerlijk en weer gebeurde er iets absurds. Een jongen kwam langslopen, bleef staan er vroeg ineens in perfect Nederlands of wij ook Nederlands waren. Wij dachten waarschijnlijk een toerist, maar deze jongen had lang in Nederland gewoond en dit was het eerste Nederlands wat hij in 10 jaar in Colombia had gehoord. Hij was zelfs zo verbaasd dat hij even later terugkwam met zijn broer omdat deze hem niet geloofde.

Na afscheid te hebben genomen van Lau en Josje vertrokken wij de volgende dag richting Turbo. Vanaf dit dorpje vertrokken we de volgende dag door met de boot naar Capurgana. Deze boottocht was fantastisch! De bestuurder had schijt aan de golven en hierdoor klapte de boot met regelmaat keihard op het water terwijl hij door de zee scheurde. Soms vlogen we zelfs even om dan op de zijkant keihard op het water terecht te komen. Ondanks een rug- en kontblessure kwamen we voldaan aan in Capurgana. Hier verbleven we slechts een nacht omdat we ons de dag erna moesten melden voor de San Blas tour. We zouden vier dagen langs de San Blas eilanden varen om daarna aan te komen in Panama.

Gelukkig kregen we hier weer een goede jonge energieke groep waardoor deze trip fantastisch werd. Het weer was de eerste dag echt dramatisch met veel regen en geen enkele keer zon. Ook hielp de Panamese immigratiedienst niet mee en moest alles van de boot om er even later weer terug op te doen. Zeiknat kwamen we aan bij het eerste eilandje. Hier kregen we een korte rondleiding waarna Sabine even ging meespelen met volleybal en ik de lokale 10 jarigen ging inmaken met voetbal. De volgende dag werd het weer iets beter, maar toch hadden we nog veel neerslag. De tropische verlaten eilanden lijken in de regen toch minder aantrekkelijk. Gelukkig zat de sfeer er goed in en ook de tweede avond eindigde net zoals de eerste avond in gezellig rum en bier drinken en spelletjes spelen. De volgende dag was het tot verrassing van iedereen ineens mooi weer. We genoten van de tijd die we hadden op de eilanden en het snorkelen was best aardig. Ondanks een grote hoeveelheid brakke mensen was het toch eindelijk een dag waar we op gehoopt hadden. S avonds konden we genieten van een gigantische hoeveelheid kreeften die we konden verorberen. De laatste dag gingen we nog even snorkelen op een onbewoond eilandje en daarna brak de tocht richting Panama City aan.

De trip werd die avond goed afgesloten met een laatste etentje alvorens iedereen zijn eigen weg ging. Wij bevinden ons nu nog in Panama City maar zullen morgen vertrekken richting Boquete, een plaatsje in de bergen van Panama.

Liefs, Sabine & Leon

Foto’s

5 Reacties

  1. Anneke:
    2 mei 2014
    Dit klint wel weer heel fantastisch,.... geniet ervan!
  2. Jacqueline Fontijne:
    3 mei 2014
    Wat een avonturen weer die jullie beleven!
    Heerlijke verhalen om te lezen. Ben benieuwd naar de volgende!
  3. Wilfried:
    4 mei 2014
    Hallo Sabine en Leon
    Leuk om dit weer te lezen. Zo te lezen zijn het geen vervelende reizen. Geniet er nog maar van want 2 augustus komt sneller dan je denkt. Wij zijn net terug uit Tunesië en bekijken alvast wat de volgende reis wordt :-)
  4. Sascha Kraaij:
    13 mei 2014
    Hoi Sabine,
    Ik kwam toevallig jouw naam op deze website tegen en zag op de foto's dat jij het ook echt daadwerkelijk bent! Wat ontzettend leuk om je zo nog eens 'tegen te komen'. Heel erg veel plezier nog met jullie prachtige reis.
    Groeten,
    Sascha (van de basisschool)
  5. Louise:
    30 mei 2014
    tijd voor een nieuw verhaal?...